Zes provincies hebben met ingang van dit jaar de wegenbelasting met 1 tot enkele procenten verhoogd. Het gaat om Zuid-Holland, Gelderland, Flevoland, Noord-Brabant, Groningen en Utrecht, meldt het CBS woensdag. Drenthe verhoogt de tarieven niet, maar is wel de provincie waar autorijders het duurst uit zijn.
De wegenbelasting, ook wel motorrijtuigenbelasting genoemd, betaal je zowel aan het Rijk als aan de provincie. Automobilisten zijn er naar verwachting dit jaar in totaal 6 miljard euro aan kwijt. 4,2 miljard daarvan gaat naar het Rijk en 1,7 miljard naar de provincies.
Daarmee zijn Nederlandse autorijders in totaal iets minder kwijt aan wegenbelasting dan vorig jaar. Dit komt onder meer doordat kopers vaker hebben gekozen voor een elektrische auto in plaats van eentje op benzine of diesel. Elektrische rijders betalen minder of geen wegenbelasting.
Zoals gezegd hebben zes van de twaalf provincies hun tarieven voor dit jaar verhoogd. Het gaat om relatief bescheiden verhogingen van minder dan 2 procent. Behalve in Utrecht: daar stijgt het tarief met ruim 3 procent. In vijf andere provincies blijft de wegenbelasting hetzelfde. Alleen Zeeland verlaagt zijn tarief.
In Drenthe betalen autorijders het meest. Wie in die provincie een benzineauto heeft met een gewicht van 1.200 kilo betaalt dit jaar 636 euro. Het goedkoopst is Noord-Holland, waar je voor hetzelfde voertuig 568 euro betaalt.
Bron: NU.nl