Rendementsheffing Een uitspraak van de Hoge Raad trekt de bodem weg onder de belasting op vermogen. De Belastingdienst kan geen snelle oplossing vinden en dus hoeft niemand voorlopig vermogensbelasting te betalen.
De Belastingdienst legt mensen die vermogen hebben in box 3 „tot nader order” geen aanslag op. Het huidige systeem van vermogen belasten is door een recente uitspraak van de Hoge Raad niet meer toepasbaar, en de fiscus kan niet op korte termijn een nieuw, sluitend stelsel in te voeren.
Dat heeft staatssecretaris Marnix van Rij (Belastingen, CDA) deze maandag aan de Tweede Kamer geschreven. De maatregel heeft als gevolg dat voorlopig niemand belasting hoeft te betalen (of geld terugkrijgt) voor het saldo van vermogens en schulden in box 3. Daarin vallen inkomsten uit sparen en beleggen.
Het arrest én het staken van de heffing hebben grote budgettaire gevolgen. Box 3 leverde vorig jaar 4,8 miljard euro op. Het bedrag aan gemiste inkomsten kan nog oplopen door compensatie van ten onrechte geheven spaarbelasting over voorgaande jaren. Ook kan niet heffen van belasting in box 3 zogenoemde arbitrage uitlokken: voor belastingplichtigen kan het aantrekkelijk zijn vermogen uit box 1 (bijvoorbeeld een afgelost huis) al dan niet tijdelijk naar box 3 te verschuiven om zo belasting in box 1 te voorkomen.
Op het voorlopige uitstel van de heffing in box 3 maakt Van Rij twee uitzonderingen. De eerste betreft het risico op verjaring. Daarvan is sprake als de verjaringstermijn van vijf jaar dreigt te verstrijken, waardoor later geen aanslag meer kan worden opgelegd. Dit geldt onder andere voor aanslagen over 2017 en 2018. De tweede uitzondering betreft de situatie waarin een belastingplichtige belang heeft bij de huidige manier van belasting heffen. Dit geldt bijvoorbeeld voor voorlopige aanslagen. Die voor 2022 zijn al op de reguliere wijze afgerond, zodat burgers tijdig maandelijks kunnen betalen of een teruggaaf ontvangen. Dat voorkomt eventuele betalingsproblemen. Bij de definitieve aanslag worden de precieze bedragen alsnog vastgesteld.
Over vermogen dat boven de vrijstelling van 50.650 euro per persoon uitkomt, betalen belastingplichtigen nu nog belasting op basis van een fictief rendement. Spaarders halen dat rendement – mede door de lage of zelfs negatieve spaarrente – nu veelal niet, terwijl de fiscus wel heft alsof er inkomsten waren. De Bond voor Belastingbetalers spande daarop een proces aan namens 60.000 bezwaarmakers die een klacht hadden ingediend over hun box-3-aanslag over 2017 en 2018.
Al eerder oordeelde de Hoge Raad dat dit fictieve rendement niet als basis mag dienen voor een aanslag. Maar op 24 december oordeelde de Raad bovendien dat het sinds 2017 geldende regime in box 3 in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Burgers maken daardoor aanspraak op rechtsherstel.
Van Rij schrijft nu aan de Kamer dat hij de reikwijdte van het arrest van eind december nog niet goed kan overzien. De vraag of niet alleen de 60.000 bezwaarmakers, maar ook andere belastingplichtigen in box 3 recht hebben op herstel, blijft daarmee nog onbeantwoord. Financiën raamt het aantal belastingplichtigen dat in 2022 een positief inkomen heeft uit box 3 op ongeveer 2 miljoen.
Evenmin is duidelijk hoe het systeem van belastingheffing in box 3 eruit moet zien als afgestapt wordt van het fictieve rendement. Los van de fiscaal-technische discussie gaat het hierbij ook om een in de uitvoering complexe operatie. Dat kan de fiscus op dit moment qua personeel noch qua ICT aan, aldus Van Rij.
Wel kondigt de staatssecretaris aan versneld met een definitieve oplossing te komen. In het coalitieakkoord van VVD, D66, CDA en ChristenUnie staat dat per 2025 een nieuw stelsel zou worden ingevoerd. Dat wil Van Rij nu dus bespoedigen.
Box 3 is ingevoerd bij de grote belastingherziening uit 2001. Het stelsel ligt al jaren onder vuur en is meermaals aangepast. Fiscalisten pleiten ervoor het fictieve rendement te vervangen door een reëel rendement, waarbij de belasting wordt geheven over de werkelijke inkomsten of verliezen uit vermogen.
Bron: NRC