Het is al twee weken flink koud in het noorden van Europa. Vorig weekend werd de laagste novembertemperatuur sinds 1980 al gemeten, maar maandag ging de temperatuur nog verder naar beneden.
Volgens Weer.nl werden op meerdere plekken temperaturen onder de -40 graden Celsius gemeten. In Karesuando daalde de temperatuur uiteindelijk naar -41,9 graden, in Nikkaluokta werd het -40,5 graden en in Naimakka werd het zelfs -43,8 graden. Die laatste is de laagste temperatuur ooit gemeten op het weerstation, en ook de laagste decembertemperatuur in Zweden sinds 1986. Deze drie weerstations liggen allemaal in Zweden. Het zijn de laagste temperaturen die deze winter in Europa gemeten zijn. Zelfs voor Scandinavische begrippen is de kou aan de extreme kant. In een groot gebied liggen de temperaturen 15 tot 20 graden onder het gemiddelde.
De kou, die ook in de Baltische Staten huishoudt, zorgt hier en daar ook voor veel sneeuwval. In de Estse hoofdstad Tallinn sneeuwde het zondag bijna onafgebroken. In de omgeving werd 30 centimeter sneeuw gemeten, maar er kwamen ook onofficiële meldingen binnen van sneeuw tot meer dan een halve meter. Het was er ook flink koud. Het kwik daalde naar een minimum van -17,0 graden. Ook in Letland en Litouwen was het koud, met -16,6 graden in de Letse hoofdstad Riga.
De komende twee dagen blijft het op veel plekken in de Scandinavische landen en Baltische Staten nog streng vriezen. ‘s Nachts kan het kwik in Lapland opnieuw richting de -35 graden duiken en elders kan het nog altijd tot meer dan 20 graden onder nul afkoelen. Op donderdag en vrijdag treedt verzachting op en stijgt de temperatuur in het zuiden van Scandinavië tot boven het vriespunt. In het noorden van Scandinavië blijft het vriezen, maar komt de temperatuur wel boven de normaal voor de tijd van het jaar uit.