Een deel van de kwetsbare personen krijgt mogelijk te laat een boosterprik om op 1 februari nog een geldig coronabewijs voor reizen binnen de EU te hebben, waarschuwt de Patiëntenfederatie woensdag.
Demissionair minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid) meldde dinsdag dat het coronabewijs per 1 februari mogelijk alleen nog geldig is als iemand op tijd een boosterprik heeft gehad. Formeel moet er nog over besloten worden, maar de EU lijkt hierop aan te sturen. Op tijd wil in dit geval zeggen: binnen negen maanden na de laatste coronaprik. Een herstelbewijs of de uitslag van een negatieve coronatest zijn daarnaast ook nog steeds genoeg om binnen de EU te kunnen reizen.
Maar op basis van het huidige beleid waarbij voornamelijk van oud naar jong wordt geprikt, dreigt een groep buiten de boot te vallen.
Tijdens de eerste vaccinatieronde kregen mensen die normaal gesproken voor de griepprik worden opgeroepen voorrang. Het gaat dan om bijvoorbeeld mensen met een longaandoening of personen die destijds een chemokuur ondergingen.
Sommigen hebben hun prik dus een paar maanden eerder gekregen dan hun gezonde leeftijdsgenoten, maar krijgen in de boosterprikcampagne geen voorrang. Sommigen van hen zijn nu al negen maanden geleden volledig tegen COVID-19 gevaccineerd.
De Patiëntenfederatie hoopt dat het kabinet voor de boosterprikcampagne dezelfde volgorde aanhoudt als bij de eerste vaccinatieronde. Vooralsnog zijn mensen onder de zestig vanaf januari aan de beurt voor een oppepprik. Zij worden van oud naar jong geprikt.
Zo’n 1,35 miljoen mensen volledig gevaccineerd op 1 mei
Het is niet duidelijk hoe groot de groep is die voor februari een boosterprik gehaald moet hebben. Volgens het coronadashboard van de Rijksoverheid waren op 1 mei ongeveer 1,35 miljoen mensen in Nederland volledig tegen COVID-19 gevaccineerd. Zij hebben de boosterinjectie voor 1 februari nodig om te voorkomen dat hun coronabewijs dan verloopt.
Het RIVM schatte zondag in dat 577.600 mensen toen hun boosterprik hadden gehad. Dan blijven er circa 770.000 mensen over die nog op tijd een prik moeten ontvangen.
Tot het einde van het jaar moeten in ieder geval de meeste zestigplussers zijn geprikt, beloofde De Jonge vorige week de Tweede Kamer.