Debat regeringsverklaring De oppositie hield het nieuwe kabinet voor: Rutte IV geeft miljarden uit, maar AOW’ers en de jeugdzorg gaan erop achteruit.
Het leek een zegen voor het kabinet-Rutte IV: geld genoeg, door de lage rente. Er komen miljardenfondsen voor het klimaat en tegen stikstof, er is extra geld voor defensie, onderwijs, wonen, kinderopvang, infrastructuur. Maar dinsdag, op de eerste dag van het Tweede Kamerdebat over de regeringsverklaring van Rutte IV, werd steeds duidelijker: al dat geld kan óók de vloek worden van de coalitie van VVD, D66, CDA en ChristenUnie.
Want als er zoveel geld is waarom stijgt de AOW dan niet mee met de geplande verhoging van het minimumloon, net als de bijstand? Dat zou 2,4 miljard euro kosten. Wat stelt dat voor als je als kabinet met miljarden strooit? En hoe haal je het in je hoofd, vond Jesse Klaver van GroenLinks, om 500 miljoen euro te bezuinigen op de jeugdzorg nu steeds duidelijker wordt hoe vooral jongeren lijden onder de coronacrisis?
Wat het debat voor de regeringspartijen extra pijnlijk maakte, waren de cijfers waar ’s ochtends het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) mee was gekomen. Door de hogere energierekening, hogere brandstofprijzen en de inflatie krijgt bijna iedereen tientallen euro’s per maand minder te besteden. Vooral ouderen met alleen een AOW of een klein pensioen, mensen in de bijstand en mensen met een hoge huur krijgen het volgens de onderzoekers van het Nibud steeds moeilijker.
De oppositie, van links tot rechts, had zich erop voorbereid: de regeringspartijen kregen te horen dat het leven onder Rutte IV „een regelrechte hel” wordt voor ouderen (Wybren van Haga van de Groep-Van Haga), dat het kabinet AOW’ers „laat stikken” (Joost Eerdmans, JA21) of „in de kou zet” (Lilian Marijnissen, SP).
De partijen van Rutte IV wisten dat er geen redden aan was. VVD-fractievoorzitter Sophie Hermans zei steeds maar weer dat het nooit de bedoeling was geweest dat ouderen „door het ijs zakken”, dat de coalitie had afgesproken dat de koopkracht voor iedereen „positief en evenwichtig” zou zijn, en dat het kabinet daar dus dringend iets voor moest bedenken.
De VVD dacht aan een hogere belastingaftrek voor ouderen, of extra inkomensondersteuning voor arme ouderen. Hermans zei ook wat in elk geval niet zou gebeuren: dat de AOW alsnog zou meestijgen met het hogere minimumloon. Daar had ze een ingewikkelde uitleg bij – over „de toekomst” en „een heleboel vraagstukken” waar het kabinet mee te maken krijgt. De VVD, dat was wel zeker, vindt het te duur.
Voordat het debat over de plannen van Rutte IV ging, draaide het urenlang om de felle uithalen van PVV-leider Geert Wilders naar onder anderen Kamerleden met een hoofddoek, en de voorzichtige, terughoudende reactie daarop van Tweede Kamervoorzitter Vera Bergkamp. Veel fractievoorzitters hadden zich met die discussie bemoeid, maar in elk Tweede Kamerdebat is het aantal keren dat je bij de interruptiemicrofoon iets mag zeggen of vragen beperkt – waardoor Wilders’ optreden later in het debat gunstig bleek uit te pakken voor de fractievoorzitters van de coalitiepartijen: al te veel interrupties hadden de anderen niet meer over.
Kamer richt felle kritiek op voorzitter: ‘neutrale rol niet meer voldoende’
Tegen de tijd dat ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers aan de beurt was, dinsdagavond, stuurde voorzitter Bergkamp PvdA’er Lilianne Ploumen weg bij de microfoon: ze had geen vraag meer over. „Dat is wél problematisch”, riep Ploumen nog.
Wat ze nog wel overhadden, gebruikten de meeste oppositiepartijen voor hun debat met Sophie Hermans, meteen na Wilders. Zij kwam nú met de belofte dat de plannen werden aangepast om de gevolgen voor ouderen minder zwaar te maken, maar het was toch allang duidelijk dat de prijzen zouden stijgen, en hoe hoog de energierekening werd?
Hermans knikte vaak, ze had steeds véél begrip voor harde kritiek, maar gaf behalve voor de ouderen nauwelijks iets toe. Ze hield zich heel precies aan het voornemen de bezuiniging op de jeugdzorg te omschrijven als „minder dan gevraagd” door de gemeenten. Maar na uren achter het spreekgestoelte had ze het opeens ook over een „bezuiniging”. „Zo mag ik het niet noemen, hè”, zei ze.
In zijn regeringsverklaring had premier Mark Rutte opnieuw gezegd dat de ‘oude’ coalitiepartijen in dit nieuwe kabinet anders met elkaar zouden omgaan. Het wekelijkse coalitieoverleg op maandag, waar in de tijd van Rutte III verreweg de meeste beslissingen werden genomen, is definitief afgeschaft. „Laat onze boodschap duidelijk zijn”, zei hij. „Het politieke debat hoort híér thuis.”
De vier partijen leken het op dinsdag alvast een beetje te oefenen. Zo vroeg D66-fractievoorzitter Jan Paternotte aan VVD’er Hermans of zij ook vond dat „elke kuub gas die onder de grond kan blijven in Groningen, daar ook onder de grond blijft”.
Hermans vond dat ook. Al wilde ze niet „te veel beloven”. Dat de gaswinning naar „nul” zou gaan, daar moest alles aan worden gedaan „wat in onze macht ligt”. Ze begon ook over de beelden van Groningers die in de kou stonden om subsidie aan te vragen en die vaak niet eens kregen. Daardoor had het vertrouwen in de overheid „weer een deuk” opgelopen.
CU-leider Segers had ook een vraag aan coalitiepartij D66. Als de wietexperimenten van Rutte IV, die D66 zo graag wil en de ChristenUnie liever niet, mislukken, was Jan Paternotte dan af te brengen van het idee dat de wietteelt gelegaliseerd moest worden?
Paternotte glimlachte. „Ik weet héél zeker dat het een succes wordt.”
En CDA’er Pieter Heerma beloofde de ministers in het kabinetsvak, die elkaar af en toe een pepermuntje gaven: „We zeggen ja, maar geen amen.”
Bron: NRC