Kinderen van 6 tot en met 11 jaar zouden niet gevaccineerd moeten worden met het coronavaccin van Moderna, zo adviseert de Gezondheidsraad. Er is nog te weinig informatie over de werkzaamheid en de veiligheid van een prik met Moderna bij kinderen in die leeftijdsgroep.
Het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) gaf eind februari een positief oordeel over het inzetten van het vaccin van Moderna bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar.
Genoeg Pfizer op voorraad
Minister van Volksgezondheid Ernst Kuipers vroeg vervolgens advies aan de Gezondheidsraad. Die raadt nu aan het middel niet in te zetten, ook omdat er voldoende coronavaccins van Pfizer/BioNTech voorhanden zijn.
Dat middel wordt al gebruikt voor het vaccineren van kinderen van 5 tot en met 11 jaar. De Gezondheidsraad adviseerde eind vorig jaar om dat mogelijk te maken.
Op dat moment was alleen het vaccin van Pfizer nog goedgekeurd voor gebruik bij kinderen in die leeftijdsgroep.
Twee prikken van 10 microgram
Uit de onderzoeken die EMA bestudeerde, concludeerde het geneesmiddelenbureau dat de werking van het vaccin bij kinderen minimaal even goed is als bij (jong)volwassenen.
De vaccinatie bestaat uit twee prikken van 10 microgram, een veel lagere dosis dan 12-plussers (30 microgram) krijgen. Dat is omdat de afweerreactie van jonge kinderen sterker is.